Stichting Anders Leren | FAQ
15664
page-template-default,page,page-id-15664,page-child,parent-pageid-15466,ajax_fade,page_not_loaded,,hide_top_bar_on_mobile_header,qode-theme-ver-10.0,wpb-js-composer js-comp-ver-4.12,vc_responsive

FAQ

Excellente leerkrachten: FAQ 

In de zomer 2014 is (in een samenwerking tussen de Stichting RHIZA SURINAME en de Nederlandse Stichting Anders Leren)  in het District Commewijne een begin gemaakt met de training en coaching van leerkrachten in een eenjarig traject “Excellente Leerkracht”.
Er blijken daarover,  vanuit verschillende invalshoeken,  vragen te bestaan. Wij hebben de vragen verzameld en proberen er hier een  zo helder mogelijk antwoord op te geven.
Over De Trainingen:

Wie organiseert het ‘trainingstraject “Excellente Leerkracht”?

De training die gestart is in juli 2014 is mogelijk gemaakt door subsidie van UTSN. In het kader van de samenwerking tussen Suriname en Nederland is een subsidie beschikbaar gesteld. Ze is bedoeld om een vervolg te geven aan het project dat in uitvoering is sinds de zomer van 2013, door Stichting RHIZA SURINAME, met betrekking tot de oprichting van een School en Expertise Centrum Speciaal onderwijs Commewijne. RHIZA SURINAME heeft samenwerking gezocht met Stichting Anders Leren in Nederland. Van daaruit wordt de training georganiseerd en grotendeels gegeven.

Wie betaalt de training?

De trainers (afkomstig van Stichting Anders Leren) werken voor een deel vrijwillig aan het project SESOC (School en Expertise centrum speciaal onderwijs Commewijne).  De onkosten van de trainers worden gefinancierd door de subsidie die is toegekend door UTSN. Ook de ontwikkeling van de digitale leeromgeving is door deze subsidie mogelijk gemaakt.  De trainingen vinden plaats onder schooltijd, in een lokaliteit beschikbaar gesteld door de Inspectie Onderwijs Commewijne. Ook de overige trainingsfaciliteiten zijn grotendeels door de Inspectie voor het onderwijs beschikbaar gesteld.

Wat doet Stichting RHIZA SURINAME?

Stichting RHIZA SURINAME is opgericht om hulp te geven aan leerlingen die problemen ondervinden in het onderwijs, waardoor achterstanden in de ontwikkeling ontstaan. Ze is begonnen in het District Commewijne. Omdat deze problemen er vaak toe leiden dat leerlingen zonder voldoende basisscholing de volwassenheid in moeten gaan, wordt het perspectief op een zelfstandig bestaan bedreigd. Stichting RHIZA SURINAME wil de kennis- en vaardigheid vergroten van scholen en leerkrachten. Het oprichten van een Expertisecentrum Speciaal Onderwijs Commewijne is daartoe een middel.

Sinds oktober 2013 is er onder auspiciën van Stichting RHIZA SURINAME een speciale klas gestart.

In een klaslokaal van OS Meerzorg IV is plaats voor 12 tot 15 leerlingen die aangewezen zijn op zeer gespecialiseerd onderwijs.

Aanspreekpunt van Stichting RHIZA SURINAME is de voorzitter mevrouw Jenny Graanoogst.

Wat doet Stichting Anders Leren?

Stichting Anders Leren is de Stichting die vanuit Nederland, Stichting RHIZA SURINAME (mede) ondersteunt op het gebied van deskundigheidsontwikkeling. In het huidige project wordt dit gedaan door middel van opleiding.  Het ontwikkelen van een andere leermethode op maat en deze in te zetten in de praktijk.Centraal staat in deze methode het stimuleren van het taallerend brein met als doel het taalbegrip en taaldenken van de Nederlandse taal te bevorderen. Hierdoor zijn kinderen beter in staat om begrijpend te lezen, te leren, te studeren en te denken. Dit zorgt voor betere kansen voor het kind in de toekomst en verkleint de uitval op scholen.

Wie zijn de trainers, wat is hun achtergrond?

Het belangrijkste deel van de training van de leerkrachten wordt gedaan door:

Mevrouw drs. Barbara Zijlstra – Van den Berg. Zij is afgestudeerd in Nederlandse taal- en letterkunde en gediplomeerd  trainer en coach. Zij geeft zowel in het onderwijs als in het bedrijfsleven (communicatie)trainingen.

De heer drs. Gerard Briggeman. Hij is orthopedagoog en gz-psycholoog. Hij werkt al ruim 40 jaar in Nederland in en voor het (speciaal) onderwijs. Is als schoolpsycholoog verbonden aan het samenwerkingsverband dat voor de hele stad Rotterdam de bovenschoolse leerlingenzorg organiseert.

Wie is de Surinaamse contactpersoon en wat zijn haar gegevens?

Eerste aanspreekpunt voor alle vragen over de training en contactpersoon voor deelnemers en trainers, in SURINAME is mevrouw Denise Smith. Zij is betrokken bij meerdere activiteiten in het Surinaamse onderwijs. Ook bij de ontwikkeling van de Surinaamse leermethoden voor het basisonderwijs is zij al meerdere jaren actief. Zij is bestuurslid van Stichting RHIZA SURINAME.

Waar en hoe vaak wordt de training gegeven?

De training is in juli 2014 van start gegaan. De eerste bijeenkomsten zijn gehouden in de mediatheek van OS Lust en Rust. Twee groepen van 12 leerkrachten zijn daar 3 keer bijeen geweest.

Het vervolg van de training vindt plaats via de Digitale leeromgeving. Door middel van een digitale verbinding tussen de trainers in Nederland en de deelnemende leerkrachten in SURINAME vinden vervolgcontacten plaats.

Ook de cursisten kunnen door deze internetverbiding, contact hebben met elkaar.

In de periode december ’14 tot en met maart ’15, zullen via deze digitale verbinding “e-trainingen” plaatsvinden.

In het voorjaar van 2015 zullen er weer (naar verwachting 2 à 3) trainingen in Commewijne plaatsvinden.

Waarom is er behoefte aan ‘excellente leerkrachten’?

Suriname is een land in ontwikkeling. Bekend is dat onderwijs en het opleidingsniveau van de bevolking belangrijk is in de voortgang van die ontwikkeling. Scholing en onderwijs zal dus in toenemende mate van belang zijn. De leerresultaten van leerlingen moeten hoger worden.

De leraar speelt een belangrijke rol bij het optimaliseren van de leerresultaten van de leerlingen. Marzano (2003) stelt zelfs dat het niveau van de leraar 50% van de leerprestaties van leerlingen bepaalt. Leraren zullen nog vaardiger moeten worden in het aanpassen van de les aan de verschillende mogelijkheden van leerlingen. Hoe groter immers de klassen, hoe groter ook het aantal leerlingen dat specifieke aandacht vraagt.

Waaruit bestaat het trainingstraject?

Het traject is gestart met een drietal groepstrainingen. Twee daarvan waren vooral gericht op de persoonlijke competenties van de leerkrachten. De derde trainingsdag is besteed aan het oefenen van een foutenanalyse en de introductie van de ‘Digitale leeromgeving’. Binnen de digitale leeromgeving hebben alle deelnemers een plaatsje gekregen. Daar door kunnen de deelnemers met elkaar ‘chatten’ en overleggen. Ook kunnen ze via de digitale leeromgeving contact hebben met de trainers in Nederland. De trainingsopdrachten worden via de digitale leeromgeving  gegeven,  ingeleverd en ‘beoordeeld’. De deelnemers kunnen via de chat individueel of groepsgewijs contact leggen, vragen stellen, inter-en supervisie vragen. Ook kunnen ‘webinars’ (digitale lessen) gegeven worden.

In een nader te bepalen periode gedurende het schooljaar vinden opnieuw trainingen plaats in het District Commewijne.

Aan het eind van het schooljaar 2014-2015 zullen de leerkrachten die het traject helemaal en met succes hebben gevolgd, een certificaat ‘Excellente leerkracht’ ontvangen, dat zal worden erkend door het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling.

Over De Deelnemers:

Voor wie is het traject geschikt?

De belangrijkste voorwaarden voor deelname aan het trainingstraject ‘Excellente leerkracht’ zijn: het actief lesgeven aan een (eigen) klas, motivatie om aan eigen leerkracht competenties te werken en enige ervaring in het lesgeven en het ‘runnen’ van een klas.

Hoe heeft de selectie van de deelnemers plaatsgevonden?

In juli 2014 is op de scholen een enquete gehouden onder leerkrachten waarbij men zich kon opgeven voor de training. In de enquete is vooral gevraagd naar ervaring, huidige werksituatie, scholing en studie en motivatie. Per school in het district Commewijne zijn 5 enqueteformulieren uitgedeeld. Als richtlijn is genomen dat per school 2 leerkrachten zouden kunnen deelnemen. Er is rekening gehouden met maximaal 24 deelnemers; verdeeld in 2 groepen van elk 12 deelnemers. Bij de selectie zijn vooral de antwoorden op de motivatievragen leidende geweest.

Waarom zijn de leerkrachten geselecteerd door de trainers en niet door de schoolhoofden of inspectie voor het onderwijs?

Aan de trainingen is een vrij langdurig proces van overwegen, doordenken en voorbereiden vooraf gegaan. Vanaf ongeveer december 2013 is door de trainers gewerkt aan het programma en de inhoud van de training. Dat was in de periode dat de subsidie bij UTSN kon worden aangevraagd. De eerste ronde daarvoor is in februari 2014 afgesloten. Nadat bekend geworden was dat het project was gekozen om de tweede ronde van subsidieaanvraag in te gaan, is het plan helemaal uitgewerkt en voorgelegd aan de selectiecommissie. Die fase duurde tot mei 2014. Pas eind juni werd bekend dat de subsidie zou kunnen worden verleend, waarna nog de formele afwikkeling moest plaatsvinden. Zoals bekend zijn de trainingen in juli 2014 al gestart.

Het zou niet juist geweest zijn al in de voorbereidende fase de scholen, directies en leerkrachten bij de voorbereidingen te betrekken, immers als het project niet voor subsidie in aanmerking zou zijn gekomen, zou het (in elk geval in deze omvang en in deze periode) niet hebben kunnen doorgaan. Om de scholen, directies en leerkrachten niet met de teleurstelling van het niet door kunnen gaan te hoeven confronteren, is dus de voorbereidingstijd in SURINAME zeer kort geweest. Gelukkig hebben we, door de volle medewerking en creatief meedenken van de Inspecteurs Onderwijs in Commewijne, in de korte tijd die beschikbaar was, alles kunnen doen wat minimaal gebeuren moest. Helaas heeft dat betekend dat de voorlichting aan de scholen vooraf en de uitleg aan de schoolleiding over de selectie er enigszins  bij ingeschoten is.

Is de training gericht op leerkrachten die willen of moeten gaan werken in het Speciaal onderwijs?

Integendeel: de training is juist begonnen om zoveel mogelijk leerlingen in het regulier onderwijs te houden. De behoefte aan een training als deze is ontstaan toen Stichting RHIZA SURINAME in de evaluatie van de onderzoekingen en adviezen van 2013 bemerkte dat er veel leerkrachten zijn die de kinderen wel graag verder willen  helpen, maar niet goed weten hoe ze dat moeten doen.

Waarom is het alleen voor leerkrachten die een functie voor een klas hebben?

De training is bedoeld voor leerkrachten die een ‘eigen klas’ hebben, omdat de praktijkopdrachten gericht zijn op het werkelijk vormgeven van het geleerde in de praktijk van de eigen klas. De deelnemers moeten daarop reflecteren en er verslag over uitbrengen. Veel van de opdrachten hebben direct betrekking op de eigen praktijk én zijn gekoppeld aan vervolgopdrachten. De training is dus een “groeiproces” van de leerkracht met de (huidige) klas.

Wat is het verschil tussen leerkrachten die het traject gevolgd hebben en zij die dat (nog) niet gedaan hebben?

Leerkrachten hebben na het volgen van het traject ‘Excellente leerkracht’ gedurende het schooljaar bewust gewerkt aan de eigen competenties als leerkracht. Daarnaast hebben ze inzicht gekregen in de factoren die een rol spelen bij een succesvolle schoolloopbaan van de leerlingen in hun klas. Ze kunnen hun klas bezien vanuit een gedifferentieerd kader waarin het onderwijs wordt aangepast aan de mogelijkheden en het niveau van de leerlingen, zonder het groepsproces en – niveau uit het oog te verliezen.

Zijn de leerkrachten ‘remedial teachers’ na afloop van de training?

Zoals eerder gezegd:  de training is geen opleiding tot Remedial teacher of ZOCO. De deelnemers hebben aan het eind van de training wel inzicht in leerlijnen en de verdeling van de leerstof over de leerjaren. Ze kunnen daarnaast in hun klas leersituaties arrangeren voor leerlingen met een leerachterstand of – voorsprong.

Wat moeten leerkrachten (zelf) doen in de training?

Er worden best hoge eisen gesteld aan de leerkrachten.  Het is een kort durende training; binnen een jaar moeten alle opdrachten  gedaan zijn.

De trainingen in juli en augustus zijn gevolgd. Daar hebben ze opdrachten bij gekregen die moeten worden uitgewerkt. De leerkrachten zijn ‘gekoppeld’ aan een collega, met wie ze samenwerken aan de opdrachten; het contact moeten ze zelf onderhouden.

Ook moeten de leerkrachten die meedoen aan het traject regelmatig via de computer inloggen op de digitale leeromgeving. Daar zijn de (samenvattingen van de) trainingen terug te vinden. Ook is er aanvullend materiaal en litteratuur te vinden. Regelmatig krijgen de deelnemers nieuwe en vervolgopdrachten die moeten worden uitgewerkt.

Via de digitale leeromgeving zal ook een aantal keren een extra digitale les (webinar) worden verzorgd door de Nederlandse trainers.

Halverwege het schooljaar zijn er opnieuw trainingen gepland voor de deelnemers.

Aan het eind van het traject heeft elke deelnemer (deelneemster) zijn/haar persoonlijk ontwikkelingsplan uitgewerkt. Dat maakt het trainingsjaar compleet.

Alle opdrachten hebben een relatie met de (leerkracht)competenties van de deelnemers en zijn geliëerd aan de klassensituatie waarin de deelnemers werken.

Over De Rol v/d Scholen:

Wat wordt van de scholen gevraagd?

De deelnemers aan het traject ‘Excellente leerkracht’ zullen, behalve als er een training onder schooltijd plaatsvindt, gewoon hun werk in hun klas, op de school doen. Gedurende het schooljaar werken ze aan leerkrachtcompetenties, die iets toevoegen aan datgene wat men al weet en kan. Dat maakt deze collega’s niet meteen tot een bron van unieke kennis, maar zij zijn wel bewust, actief en enthousiast bezig met het “slijpen van hun leerkrachtvaardigheden”. Dat maakt hun deelname voor de school eerder een inspiratiebron dan een belasting.

Wat is de rol van het schoolhoofd, het subhoofd en de ‘ZOCO’?

Bovengenoemde geldt zeker ook voor de schoolleiding en degenen die betrokken zijn bij de leerlingenzorg op de scholen. De deelnemers aan de training krijgen geen opleiding die zou kunnen komen ‘in plaats van’.. de genoemde functies op de scholen. De training gaat zoals eerder gezegd, over leerkrachtvaardigheden; dus het werk dat direct in de klas gebeurt, met de eigen leerlingen. De deelnemers krijgen inzicht in de opbouw van de leerstof en de verdeling ervan over de leerjaren; onderwijsarrangementen voor leerlingen die op een meer of minder dan het gemiddeld niveau de leerstof (kunnen) verwerken; vaardigheden in klassenmanagement, en dergelijke. Naar verwachting maakt dat hen tot een vaardige gesprekspartner van bijvoorbeeld de ZOCO en/of Remedial teacher.

Kunnen leerkrachten na afloop gewoon voor de klas blijven lesgeven?

Sterker nog: de bedoeling van de training is dat de leerkrachten zich hebben ontwikkeld tot (nog) betere leerkrachten.  Dan is het zeker de bedoeling dat de kwaliteiten zo veel als mogelijk ten goede komen aan het onderwijs en de leerlingen. Het motto is: de beste leerkrachten staan voor de klas!

Wat moet / kan de schoolleiding doen of bijdragen in de training?

In de eerste plaats is het al goed dat de leerkrachten de ruimte hebben gekregen van hun schoolleiding zich voor de training op te geven. Morele steun, belangstelling is al heel belangrijk voor de deelnemers om de training, naast hun werk, een schooljaar vol te houden. Daarnaast is het plezierig als de deelnemers op de school gebruik kunnen maken van de computer en/of het netwerk van de school. Er zal regelmatig contact moeten zijn via de digitale leeromgeving. Als dat contact direct met de trainers in Nederland moet zijn, vindt dat bij voorkeur, vanwege het tijdsverschil (het is in Nederland van maart tot november 5 uur; van november tot maart 4 uur later), overdag (Surinaamse tijd) plaats.

Gedurende het schooljaar zijn er ook een aantal trainingsbijeenkomsten onder schooltijd.

De belangrijkste bijdrage die voor de deelnemers aan de schoolleiding wordt gevraagd is dus vooral “faciliteren”.

Is het een traject speciaal voor leerkrachten die al goed werken in een klas?

De leerkrachten zijn geselecteerd op de door hen zelf ingevulde enquete. Er is geen bezoek gebracht aan de klas, noch is er een beoordeling van het werken in de klas door de deelnemers betrokken geweest. Het belangrijkste criterium voor de selectie was de motivatie van de deelnemers zelf. In het algemeen mag ervan worden uitgegaan dat motivatie ook een belangrijke factor is bij de kwaliteit van werken van leerkrachten, maar daar is geen vraag naar gedaan.

Kunnen leerkrachten ook gecoached worden als ze hun werk (nog) niet zo goed doen?

Dit is geen doelgroep voor ons huidig traject.

Is het een opleiding speciaal voor jonge, onervaren leerkrachten?

De training mag niet gezien worden als ‘opleiding’. Bij de selectie is niet bewust gekozen voor (zeer) ervaren leerkrachten, maar in de ervaring van de problemen zoals die aan de orde komen tijdens de training is enige ervaring met het werken in een klas wel gewenst. Er is dus juist uitgegaan van (minimaal enige) ervaring in het lesgeven van de deelnemers.

Kunnen schoolhoofden en ZOCO’s na de training een beroep doen op de speciale vaardigheden van de ‘Excellente leerkrachten’?

Het doel van de training is dat leerkrachten vaardiger en bewuster met hun werk voor de klas kunnen omgaan. In toenemende mate zien we scholen ook als “lerende organisaties” (organisaties waar juist tijdens het proces ervaringen worden gedeeld, waar alle medewerkers beter van worden). In die zin is het zeker de bedoeling dat de getrainde leerkrachten iets toevoegen voor en aan het team van de school.

Wat is de rol van ‘Excellente leerkrachten’ in het schoolteam?

In de eerste plaats zal de ‘Excellente leerkracht’ als collega deelhebben aan het onderwijsteam van de school. De praktische vaardigheden die hij/zij verworven heeft, zal naar wij hopen niet alleen ten goede komen aan de leerlingen van de ‘eigen’ klas, maar aan de school als geheel. We hopen dat collega’s een beroep kunnen doen op de kennis en inzichten van de ‘Excellente leerkrachten’, dat de ‘Excellente leerkrachten’ zelf nog bewuster en met meer inzicht hun klas zullen begeleiden en dat de training van deze leerkrachten op die manier een verrijking is voor de school als geheel.

Gaan ‘Excellente leerkrachten’ meer salaris verdienen dan andere leerkrachten?

Voorlopig zijn we al heel blij met het gegeven dat het Ministerie voor Onderwijs en Volksontwikkeling niet alleen ten volle haar medewerking geeft aan de trainingen, maar deze ook als zodanig erkent en ook de leerkrachten na het volgen van de training het predicaat ‘Excellente leerkracht’ wil toekennen. In hoeverre daar (al dan niet eenmalig) financiële gevolgen aan verbonden zijn is nog onderwerp van gesprek.

Kunnen andere leerkrachten ook de training volgen ?

De subsidie die UTSN heeft toegekend is alleen voor dit schooljaar. Inhoudelijk zien wij de training voor het schooljaar 2014-2015 als een proef-jaar. Gedurende dit schooljaar is het niet mogelijk alsnog te gaan deelnemen aan de training. Of er mogelijkheden zijn in de komende jaren om een nieuwe groep deelnemers een soortgelijk traject aan te bieden hangt uiteraard af van de resultaten van dit jaar, maar ook van de (financiële) middelen die beschikbaar zijn.

Moeten ouders weten dat hun kind bij een ‘Excellente leerkracht’ in de klas zit?

In de meeste gevallen zal het voor de ouders niet direct relevant zijn dat de leerkracht van hun kind een specifieke training volgt. Natuurlijk is het voor leerlingen en ouders wel relevant dat de leerkracht die de klas leidt betrokken is op zijn/haar vak en enthousiast om met de leerlingen te werken.