Verslag Gerard: bezoek Suriname februari 2025.
Op 16 februari 2025 vlogen Rudy en Gerard voor een werkbezoek van tweeëneenhalve week naar Suriname.
Gerards doel was de voortzetting van het leesproject en Rudy’s doel was een workshop leesbevordering geven aan de lerarenteams van diverse scholen.
Het leesproject in de scholen Paramaribo-Noord kreeg in deze periode een vervolg. Nadat gedurende het schooljaar met de betrokken begeleiders ongeveer elke 3 weken een ZOOM-overleg is geweest.
Op 19, 21, 25 en 28 februari was er weer een grote bijeenkomst met de leesbegeleiders, schoolhoofden en belangstellenden. De bijeenkomsten, presentaties en workshops waren gericht op scholing en praktische toepassing van effectieve remediëring van het lezen en spellen.
Doel van de werkzaamheden van de leesbegeleiders is de leerlingen met hiaten en achterstand in lezen en spellen, zo effectief mogelijk toe leiden naar de leerstof die past bij hun leeftijd en ontwikkeling.
Het idee is om dat vorm te geven vanuit het inzicht van de begeleiders in het fundamentele leesproces: de kortste weg van A naar B.
Deze bijeenkomsten is er speciaal veel aandacht besteed aan het fundament van lezen en spellen: de klanken. Vanuit de theorie direct de koppeling maken met de praktijk. Het praktisch werken komt steeds, zowel in de workshops als in de ZOOM overleggen op een belangrijke plaats.
Vanuit onze Stichting zijn de deelnemende scholen voorzien van de belangrijkste basismaterialen:
Letterstempels, (magnetische) letterdozen en ‘klik-klak-boekjes’ waardoor de leerlingen direct betrokken aan de slag kunnen met letters en woorden. Ook hebben wij gezorgd voor een lamineerapparaat met bijbehorende materialen, zodat de leerkrachten de oefenmaterialen zelf kunnen maken, afgestemd op hun leerlingen.
Om de inhoud van de begeleiding goed af te kunnen stemmen op het niveau van de leerlingen, worden de leesbegeleiders geoefend in het afnemen van adequate toetsen, de analyse van de verkregen gegevens en het maken van een plan voor elke leerling die bij hen wordt aangemeld.
Ook zijn we in deze periode gestart met het maken van een min of meer uniform verslag van toetsen en begeleiden, zodat een en ander ook overdraagbaar wordt.
Eenmaal weer terug in Nederland, zijn de ZOOM meetings weer voortgezet en zijn de leesbegeleiders met veel inzet voortgegaan met de werkzaamheden.
Allengs krijgt ons project op de scholen ook wat bekendheid. Er melden zich scholen die graag mee willen gaan doen; en ook een dergelijk systeem van leesbegeleiding willen optuigen.
Daarnaast heeft een groep “ZOCO’s” , vergelijkbaar met Intern Begeleiders op de scholen in Nederland, gevraagd of ze ook kennis mochten nemen van onze werkwijze. Uiteraard is dat verwelkomd en op de avond van 25 februari hebben we 15 “ZOCO’s” bij gepraat. Deze waren zeer enthousiast.
Ook kregen we een verzoek vanuit de opleidingsinstelling van het Ministerie; CENASU, aan de groep die getraind wordt om begeleiders op de scholen te coachen en uitleg te geven over de leestoetsen die we gebruiken om de leerlingen ‘in kaart’ te brengen.
Uiteraard heb ik ook de scholen die aan ons project meedoen, allemaal minstens 1 keer bezocht. Bij zo’n bezoek zijn de leesbegeleiders aan het werk met hun leerlingen. In de nabespreking komen vragen aan de orde die direct te maken hebben met de leerlingen van die school. We bespreken de problemen die de leesbegeleiders in het werken tegenkomen. Maar ook materiaalgebruik en ‘tips en tricks’.
Op de meeste scholen laat ik ook in de praktijk zien hoe ik met een leerling aan de slag ga. Daarna bespreken we dan met de leesbegeleiders wat we zagen. We maken dan gezamenlijk een (start)plan voor de betreffende leerling.
Speciale aandacht is er deze keer ook geweest voor het aanvankelijk lezen met ‘oudere’ leerlingen. Kinderen die al meerdere jaren aan het oefenen zijn met het leren van de letters e.d. worden vaak ‘oefen-moe’ en hebben een andere aanpak nodig dan jongere leerlingen die de leerlijn vanaf het begin kunnen volgen.
In mijn bezoek-programma is er ook altijd ruimte voor het doen van individuele onderzoeken bij kinderen. Daarbij kan het gaan om kinderen die specifiek problemen hebben met lezen. Maar meestal gaat het om kinderen met een breder leer- of cognitief probleem. Met ouders, leerkrachten, de leerling en eventueel andere betrokkenen bespreken we na de toetsen / test, waar aanknopingspunten voor het oplossen van de vragen kunnen liggen.
In totaal werden er in deze bezoekperiode 6 leerlingen individueel onderzocht.
Al met al weer een druk programma met eigenlijk nog weer veel te weinig tijd om aan alle vragen te kunnen voldoen.